Onderzoek rond unilaterale spastische cerebrale parese
In het afgelopen jaar werd er een artikel van onze onderzoeksgroep gepubliceerd in het Amerikaanse tijdschrift Physical Therapy.
Onderwerp van deze studie was de motorische beperking bij een unilaterale spastische cerebrale parese (USCP).
Een unilaterale spastische cerebrale parese (USCP) wordt gekenmerkt door o.a. motorische beperking in één zijde van het lichaam, waardoor er vaak gesproken wordt over een “aangedane” en een “niet aangedane” arm/hand. Er komen echter steeds meer aanwijzingen dat dit mogelijk niet geheel correct is, en dat ook de “niet aangedane” arm/hand problemen in o.a. kracht vertoont.
Tot op heden zijn er twee studies geweest die dit hebben onderzocht, met tegenstrijdige resultaten. Eén studie vond krachtsproblemen in de “niet aangedane” arm/hand. De andere studie vond dit niet. In onze studie hebben we de arm/hand kracht van resp. 72 (armkracht) en 86 (knijp/pinch) kinderen (7-12 jaar) met een USCP vergeleken met de arm/hand kracht van 120 kinderen (7-12 jaar) zonder pathologie.
Uit onze resultaten bleek dat in alle metingen behalve knijpkracht, kinderen met een USCP minder kracht hadden dan kinderen zonder pathologie.
Onze resultaten bevestigen dus de vermoedens dat ook niet “niet aangedane” arm/hand beperkingen in kracht heeft. Wij raden dan ook aan om ook deze zijde te betrekken in het onderzoek/taakanalyse, wanneer er uni- of bimanuele activiteiten problemen zijn.
Lees hier:
